Berck

Berck

De Belgische striptekenaar Arthur Berckmans, bekend onder het pseudoniem Berck, is geboren op 3 mei 1929 te Leuven. Na een opleiding te Leuven en Brussel, waar hij vertrouwd wordt gemaakt met verschillende grafische technieken en met de sierkunst, begint hij op 18-jarige leeftijd met illustraties te verzorgen voor het missieblad Pro Apostolis. Gedurende 8 jaar tekent hij in stripvorm een groot aantal Heiligenlevens en start hij vervolgens met het vervaardigen van talloze reclamestrips.

In 1958 wordt Berck ontdekt door het weekblad Kuifje. Hij debuteert er in 1959 met de strip Pechvogel. In 1961 volgt met scenarist Yves Duval de reeks Hansje, een humoristische strip uit de tijd van Napoleon. Na enkele zelfstandige verhalen en kleinere reeksen met verschillende scenaristen zoals Panchico (1963), Ken Krom (1965) en Lady Bount (1967) stapt Berck in 1967 over naar het stripblad Robbedoes. Met Marcherot en Delporte start hij de reeks Mulligan, die zich afspeelt in het Amerika van tussen de twee wereldoorlogen. Deze strip wordt de aanloop naar de grote doorbraak van Berck met de reeks Sammy in 1970. 

De avonturen van deze lijfwacht, naar een scenario van Raoul Cauvin, spelen zich net als Mulligan af in de gangsterwereld van het Chicago uit jaren '30. Sammy Day en Jack Attaway draven er op als manusjes van alles. Dit succes betekende voor de immer actieve Berck echter geen rustpunt. Hij start in Nederland in 1973 de padvindersreeks De Donderpadjes en in 1975 Lowietje. 

Berck, die een groot bewonderaar is van André Franquin, tekent verhalen die grotendeels gedragen worden door humor en satire in een vlotte karikaturale stijl. ‘De zaak Goldenmeyer’, een boeiend avontuur van Lowietje, dat in maart 2008 van de Arcadia-drukpers rolt, is een uitmuntend staaltje van het vakmanschap van Berck.