Edoardo Attanasio

Edoardo Attanasio

Edoardo ‘Dino’ Attanasio wordt geboren op 8 mei 1925 te Milaan (Italië). In datzelfde Milaan volgt hij een opleiding aan de Academie voor Schone Kunsten. In juni 1948 belandt de nog piepjonge Dino samen met zijn broer, en dat in navolging van zijn vader, in Brussel. Hij kan na een tijdje aan de slag bij de krant ‘La Libre Belgique’. In 1950 ontstaat zo, op aangeven van Jean-Michel Charlier, de strip ‘Fanfan & Polo’. René Goscinny neemt later het scenario over van veelschrijver Charlier. In de daaropvolgende maanden duwt Attanasio de deur open van de kantoren van het stripblad Kuifje en publiceert hij tot 1968 een groot aantal verhalen. Het is echter in dat andere grote weekblad voor de stripliefhebber, Robbedoes, dat Attanasio zijn eerste langere verhalen kwijt kan. Net zoals het voor zoveel andere tekenaars het geval is, leveren ‘De verhalen van Oom Wim’ een prima platform voor Attanasio om zijn tekentalent te ontplooien. 

Attanasio slaagt er als geen ander in om diverse vaardigheden te combineren. Nu eens is hij de begenadigde illustrator, de tekeningen voor de collectie ‘Marabout Junior’ zijn maar een van de vele voorbeelden, en dan weer ontwaakt de gedreven striptekenaar in hem. Liefst zes avonturen van Bob Morane in amper 3 jaar tijd rollen uit zijn tekenpen tussen 1959 en 1962. Maar ook op de Nederlandstalige stripmarkt staat Attanasio meer dan zijn mannetje. Voor het stripblad Pep, later Eppo, maakt hij vanaf 1968 samen met scenarist Martin Lodewijk diverse avonturen van privé-detective ‘Johnny Goodbye’. Voor uitgeverij Oberon zet Attanasio van 1971 tot 1975, met Dick Matena als scenarist, de avonturen van ‘De Macaroni’s’ op en met Yvan Delporte werkt hij aan ‘Bandonéon’, dat van 1971 tot 1975 een 4-tal Nederlandstalige albums oplevert. 

Het is echter met een eerder bedachte stripheld, ‘Mijnheer Spaghetti’, dat Attanasio de sleutel tot het succes vindt. Vanaf 1957 verzeilt de immer enthousiaste en van Italiaanse origine zijnde Mijnheer Spaghetti in de meest grappige situaties. Scenarist René Goscinny laat Mijnheer Spaghetti het ene baantje na het andere uitvoeren en de aanwezigheid van zijn neef Prosciutto draagt verder bij tot immense maar erg op de lachspieren werkende catastrofes. Begin jaren ’60 herneemt Attanasio de reeks ‘Ton en Tinneke’, een creatie van grootmeester André Franquin. Hij tekent tot 1968 talloze gags voor deze humorserie.

Attanasio is een tekenaar die naast gags en realistische taferelen ook erotische scenes op papier zet. Getuige hiervan is het in 1991 verschenen ‘Le Décaméron’, een erg persoonlijke adaptie van het klassieke werk van de schrijver Boccacio. In 1994 herneemt Attanasio de avonturen van ‘Bob Morane’, naar een scenario van Henri Vernes. In 2009 nemen spanning en humor de bovenhand in het nooit eerder in het Nederlands in albumvorm verschenen avontuur van ‘Johnny Goodbye’, ‘Het vreemdelingenlegioen’. Een verhaal met Martin Lodewijk als bedenker en vzw Arcadia als uitgever.