Jan Bosschaert

Jan Bosschaert

Jan Bosschaert werd geboren op 15 december 1957 in Borgerhout. Hij volgde een opleiding Vrije Grafiek aan het Sint-Lucasinstituut in Brussel. Zijn jeugdwerk werd in 1996 gebundeld in het boek De rode draad. 

Bosschaert debuteerde in 1982 met het tekstloze album Icarus. De politieke satire Pest in het paleis, naar het scenario van Guido Van Meir, verscheen in 1983. Dankzij de voorpublicatie in het weekblad Humo realiseerde Bosschaert zijn doorbraak naar het grote publiek. Daarna volgde Omni 20.000 millirem onder zee, dat werd voorgepubliceerd in het stripweekblad Eppo en in 1987 werd uitgegeven bij Oberon. Dit verhaal over een ecologisch A-team werd geschreven door Wilbert Plijnaar en Jan Van Die. 

Met dank voor uw geboeide aandachtigheid kwam uit in 1988 bij uitgeverij Dedalus waarna Bosschaert samen met Marc Legendre in 1989 Walter & the King Kong Kooks maakte. Het gaat hier om een catalogus in stripvorm voor mode-ontwerper Walter Van Beirendonck. 

De samenwerking met Legendre was de aanzet voor de reeks Sam, over een meisje met een passie voor techniek en wagens, waarvan intussen reeds 7 albums verschenen bij Standaard Uitgeverij. Samen maakten ze ook nog eens 2 Sam-albums voor Fabrimetal, verhalen die erg enthousiast werden onthaald door leerkrachten en leerlingen. 

Red Neptunus, een verhaal over watervervuiling, volgde in 1994. Sinds 1996 werkt hij samen met PUG aan Zapman, een komische strip die wekelijks verschijnt in TeVe-Blad. In 1998 verschijnt De geverniste vernepelingskes, een samenwerking met Urbanus, waarvan het volgende deel momenteel wordt voorgepubliceerd in het maandblad ‘Che’. 

In 2001 brachten zowel vzw Arcadia als de Standaard Uitgeverij een album uit van Zapman. De wraak van Kamerah verscheen bij Arcadia, terwijl de Standaard Uitgeverij een bundeling gags op de markt bracht van de zapper. Datzelfde jaar werden de Bosschaert-fans nog eens extra verwend met een derde album van de Antwerpse tekenaar. Jaguar, op scenario van Jean Dufaux, verscheen bij Casterman.

Jan Bosschaert kreeg in 1991 de ‘Bronzen Adhemar’, de hoogste onderscheiding voor een striptekenaar in Vlaanderen. In 1997 werd hij bedacht met de ‘Prix Jeunesse’ op het stripfestival Bédécine te Illzach in Frankrijk.

Naast zijn stripwerk doet Bosschaert ook heel wat illustratiewerk voor boekcovers (ondermeer voor jeugdschrijver Marc De Bel), tijdschriften (Humo, Playboy, Flair, P-Magazine, Teek), affiches (Saint-Amour), platenhoezen (Plastic Bertrand, The Paranoiacs, Pitti Polak), De Morgen, brochures enzovoort.