Peking, 1701. Samen met zijn twee metgezellen zet Matteo Ricci voet binnen de omwallingen van de verboden stad. Na een reis van meer dan 18 jaar door zijn geliefde China, lijkt de Italiaanse jezuïet dichter dan ooit te staan bij het verwezenlijken van zijn droom: een audiëntie bij de Hemelse Zoon,
de keizer van China. Aangezien nog maar weinig westerlingen het voorrecht hadden de indrukwekkende stad te mogen betreden, wordt ‘de geletterde van
het verre westen’ met argusogen gadegeslagen door de eunuchen en mandarijnen aan het Keizerlijke hof.

Ricci laat zich echter niet ontmoedigen door de intriges die zich rondom hem ontspinnen, en dankzij zijn doorzettingsvermogen en kennis van uurwerken en horloges slaagt hij er geleidelijk, maar zeker in het vertrouwen te winnen aan het hof. Matteo Ricci’s geduld lijkt uiteindelijk beloond te worden als hij een uitnodiging ontvangt om de Keizer in hoogsteigen persoon te mogen ontmoeten.

Zal deze droom ook werkelijkheid worden, of niet meer dan een onvervulde droom blijven?