Guy Counhaye wordt geboren op 16 april 1946 in België.
Hij geniet zijn opleiding aan de Academie voor Schone Kunsten van Verviers aan het einde van de jaren '60.
Het weekblad Robbedoes fungeert vanaf 1972 als zijn intrede in de wereld van het beeldverhaal. Met 'De dolende ruimtevaarders', een science-fiction gagreeks naar een scenario van veelschrijver Raoul Cauvin, levert Counhaye een eerste staaltje van zijn kunnen af.
'Het land van Gorp met Geo en Tafta', deel 6 uit de Dupuis Debuut-reeks', verschijnt in 1983 en oogst heel wat bijval. Voor het weekblad Robbedoes zet Counhaye verder een parodie rond Sherlock Holmes op papier. Zijn held krijgt de welluidende naam 'Alister Holmes', het blijft echter bij een enkel kortverhaal.
De bewondering die Counhaye koestert voor mythische auteurs als H.G. Wells, Jules Vernes en Sir Arthur Conan Doyle drijft hem verder naar wat zonder twijfel zijn Opus Magnum mag worden genoemd: de avonturen van 'Professor Stratus'.
Counhaye geeft grif toe dat het idee voor Professor Stratus schatplichtig is aan Jules Vernes. Hij baseert zich voor zijn held op Kapitein Nemo, de legendarische hoofdrolspeler uit Vernes roman 'Twintigduizend mijlen onder zee' uit 1870. De avonturen van Professor Stratus, die voor het eerst verschijnen in albumvorm in 1990, leveren uiteindelijk 3 albums op in het Nederlands. 'Het zeemonster', het 4de album dat vooralsnog alleen in het Frans te verkrijgen is, ziet eind augustus 2011 dankzij vzw Arcadia het levenslicht.
Guy Counhaye is echter niet voor een gat te vangen. Hij assisteert zo zijn vrouw Marie-José Sacré bij het illustreren van diverse felgesmaakte kinderboeken. 'Clovis heeft kou gevat' is bijvoorbeeld een titel uit hun erg gevarieerd gamma. Counhaye heeft ook nog eens kaas gegeten van schilderen. Zijn werken situeren zich tussen het expressionisme en het fauvisme en zijn te bewonderen op www.guycounhaye.be