Yann le Pennetier, beter bekend als Yann en ook wel als Balac, is geboren op 25 mei 1954 in Marseille. Hij smaakt al heel vroeg de geneugten van de reclame en de architectuur, alvorens hij afglijdt naar het beeldverhaal met enkele "Vrije Vellen" voor het blad Robbedoes in 1974.
Na een kort verblijf in Curiosity Magazine, zal zijn compagnonschap met Didier Conrad het huis van Marcinelle vanaf 1978 regelmatig op haar grondvesten doen beven. Weten ze hun revolutionaire aard nog te maskeren met het illustreren van ‘Jason’ naar een scenario van Mythic, de geduchte kameraden profiteren van hun verblijf onder het dak van het huis van Robbedoes om 's nachts de platen van hun collega's te bestuderen en de strook wit erboven ‘op te smukken’ met de zogenaamde ‘bandjes’ (‘haut de pages’) waarin de twee wapenbroeders 43 nummers lang ongezouten hun kritiek kunnen spuien op hun collega-auteurs en hun helden.
Kort daarna starten Yann en Conrad hun eerste grote avonturenreeks op, gevuld met personages die diametraal tegengesteld zijn aan de traditionele stripfiguren: de ‘Onnoembaren’, een geschift trio dat uiteindelijk zijn toevlucht vindt in de catalogus van Dargaud.
Vanaf 1983 spitst Yann zijn aandacht verder toe op ‘Bob Marone’, opnieuw een vruchtbare samenwerking met zijn partner-in-crime Didier Conrad. De avonturen van Marone verschijnen eerst nog in Robbedoes en lopen daarna verder in het stripblad Circus. Uitgeverij Glénat publiceert uiteindelijk 2 albums van ‘Bob Marone’, een held waarvan Yann in een recent interview met vzw Arcadia met de nodige trots aangeeft de eerste (mogelijke) homo-stripheld te zijn geweest. ‘Bob Marone’ wordt tevens vaak beschouwd als een literaire parodie op het werk van Jules Vernes en zelfs dat van E.P. Jacobs.
De bal gaat hierna echt aan het rollen voor veelschrijver Yann. Er ontstaan samenwerkingen met Frank Le Gall ("Yoyo" en een episode van "Theodoor Cleysters"), goede vriend Marc Hardy (‘De libellenpatroelje’, ‘Titia en Pijpelijn’, ‘Croqu" la vie’), Yslaire (de eerste episode van ‘Samber’), François Avril (‘Le Voleur des ballerines’), Yves Chaland (enkele ‘Freddy Lombards’), Denis Bodart (‘Les Affreux’, ‘Nicotine Goudron’, een episode van ‘Poezekat’), Batem en André Franquin (‘De Marsupilami’), Olivier Neuray (‘Witte nacht’), Philippe Bercovici (‘Leonid en Spoetnika’), Marc Michetz (‘Tako’), Édith (‘Basil et Victoria’), Louis Joos (‘S.O.S. Aïcha’), Berthet (‘Pin Up’), Fabrice Lamy (‘Colt Walker’), Laurent Verron (‘Govert Suurbier’) en Morris (‘Lucky Luke’), etc.
Talloze jaren na zijn debuut bij Robbedoes/uitgeverij Dupuis keert hij via de voordeur terug bij Dupuis met epische vertellingen voor René Hausman in de reeks Vrije Vlucht (‘De drie grijze haren’ en ‘De eekhoornprins’), de saga van ‘De sterrenjagers’ voor Wozniak en enkele bijzonder pittige reeksen in de collectie Vrolijke Vlucht: ‘Titia en Pijpelijn’, ‘Spoon & White’ en de bloemlezingen ‘Vieze Sprookjes’.
De voorlopige kers op de (loopbaan)-taart van Yann is het eerste Nederlandstalige album van ‘De libellenpatroelje’, dat eind oktober 2013 het licht ziet dankzij vzw Arcadia. Het album krijgt de naam ‘Youkaïdi’ mee en gaat, naar goede Yann-gewoonte, geen enkel taboe uit de weg. Hier en daar sneuvelen zelfs wat heilige huisjes. ‘De libellenpatroelje’: legendarisch en hilarisch, met rede!