Marc Hardy werd geboren op 15 augustus 1957 te Luik. Hij liep een tijdje school op Saint-Luc in Luik waarna hij zich bekwaamde in het striptekenen aan de zijde van tekenaars als Mitteï en Seron. Hardy werkt er mee aan reeksen als Ton & Tinneke en De Mini-mensjes. In 1972 illustreert hij samen met Aidans een verhaal over ‘de Tour de France’ (uitgeverij Gamma) op scenario van Yves Duval.
Zijn eigenlijke strip-debuut komt er pas in 1974 wanneer de reeks Badminton (uitgeverij Deligne), op scenario van Mitteï, verschijnt in het weekblad Robbedoes. Gaffel en Gitaar (uitgeverij Dupuis) volgt in 1975. Mythic zorgt voor de verhaallijn. In 1978 herneemt Hardy de reeks Badminton.
In 1981 maakt hij samen met scenarist Stephen Desberg de avonturen van de leidsengel Arkel voor Robbedoes. Samen met Raoul Cauvin start Hardy in 1982 de gagreeks rond de doodgraver G. Raf Zerk (uitgeverij Dupuis), waarvan de eerste episode in 1983 verschijnt.
In 1984 realiseert Hardy, samen met Yann, La Patrouille des Libéllules (uitgeverij Glénat), een serie die vanaf 1985 wordt voorgepubliceerd in het Franse tijdschrift ‘Circus’. De reeks rond de stoephoertjes Lolo en Suzette -later Titia en Pijpelijn- volgt in 1988, en dit opnieuw op scenario van Yann.
Sinds 1997 maakt Titia en Pijpelijn deel uit van de reeks ‘Vrolijke Vlucht’ van Dupuis. Tussenin tekent Hardy ook nog eens Croqu’la vie en 3615 Code Squelette (uitgeverij Marsu-productions). Yann zorgt opnieuw voor het scenario.
Vanaf juni 2000 begint Arcadia met het uitbrengen van de 'Arkel' albums, met als eerste deel "Gordh", gevolgd door 'De 7 opperduivels', 'Lilith', 'Estel' en in 2011 uiteindelijk 'de reizigers van de keerzijde'.
Twee jaar later in 2013 verschijnt dan het eerste deel van de Libellenpatroelje.