Jean Dufaux werd op 7 juni 1949 geboren te Ninove. Na zijn studies aan het Brusselse “Institut des Arts de Diffusion” begint hij zijn professionele carrière als journalist voor het filmmagazine Ciné-Presse. Alvorens zich volledig op het beeldverhaal te storten, schrijft hij nog enkele novellen en theaterstukken voor kinderen. Zijn eerste stappen in de stripwereld zet hij aan de zijde van Bruno Di Sano en Xavier Musquera bij het stripweekblad Kuifje. In 1983 zorgt hij samen met Vernal voor het scenario van Pokervrouw, een reeks van de hand van Renaud. Het is met de geboorte van Jessica Blandy in 1987 dat Jean Dufaux zijn definitieve doorbraak kent bij het grote publiek. De vruchtbare samenwerking met Renaud krijgt in 1988 en 1991 een verlengstuk met respectievelijk De kinderen van de Salamander en Santiag.
Een andere tekenaar waarmee Dufaux steeds een nauwe band heeft gehad, is Werner Goelen, alias Griffo. In 1986 komt met Beatifica blues hun eerste gezamenlijke project tot stand, gevolgd door Giacomo C (1987) en Sade (1991). In 1992 verschijnt er met Samba Bugatti een tweede cyclus van Beatifica blues en twee jaar later maken beide auteurs Mister Black voor de Vrije Vlucht-reeks van uitgeverij Dupuis.
Jean Dufaux werkte in zijn rijk gevulde carrière met een heleboel tekenaars. Opvallende namen hierbij zijn: Jean-François Charles (Fox), Philippe Delaby (Murena), Olivier Grenson (Niklos Koda) en Enrico Marini (De Aasgieren). De opvallendste is misschien wel die van Grzegorz Rosinski, waarvoor Dufaux het scenario schreef van De klaagzang van de verloren gewesten. Eén naam die zeker en vast niet mag ontbreken in dit rijtje, is: Jan Bosschaert. Met Het visioen, het eerste deel uit de trilogie van Jaguar, bewijst Jean Dufaux eens te meer dat hij niet alleen een bijzonder productief, maar eveneens een veelzijdig en getalenteerd scenarist is.