Raoul Cauvin, geboren op 26 september 1938 te Antoing, studeerde vijf jaar reclame-lithografie aan het Saint-Luc Instituut in Doornik om vervolgens, toen hij de theorie in de praktijk wilde omzetten, tot de ontdekking te komen dat het vak niet meer bestond! Er volgt een hele reeks van alle mogelijke baantjes waaronder een in een biljartballenfabriek.
Hij treedt in 1960 in dienst bij Uitgeverij Dupuis als letteraar en wordt daarna al snel cameraman op de tekenfilm-afdeling, waar hij zeven jaar zal blijven. In die tijd ontwikkelt hij een passie voor het bedenken van scenario’s. Tekstjes schrijven en doldwaze scripts verzinnen, zit Cauvin in het bloed. Charles Dupuis zelf geeft hem een kans. Cauvin legt zijn eerste proeven van bekwaamheid af met collega's die al bij Dupuis werken: Ryssack ("Arthur en Leopold"), Gennaux ("De ballonnenprater", "Loryfiand et Chifmol"), Degotte, Carlos Roque en Vittorio. Voor zijn debuut werkt hij met een jonge Parijse tekenares: Claire Bretécher! Uit hun samenwerking komt een serie voort met de titel: "De schipbreukelingen" .
1969 is het jaar van de definitieve doorbraak voor Raoul Cauvin als scenarioschrijver. Cauvin en Salvérius komen met hun eigen western: "De Blauwbloezen", een humoristische strip tegen de achtergrond van de Amerikaanse burgeroorlog. Bij de dood van de tekenaar stelt Raoul Cauvin Lambil voor de reeks over te nemen en die maakt er in een handomdraai een bestseller van. Meer dan vijftien miljoen exemplaren worden er van deze saga in het Frans verkocht en ze wordt in talloze Europese talen vertaald.
Cauvin gaat, naast het bedenken van tal van scenario’s, ook door met het maken van kopieën, vergrotingen en verkleiningen voor diverse redacties en auteurs en blijft zo trouw aan zijn eigenlijke job. Een feit dat zich ook tijdens het bezoek van Arcadia eind 2003 aan uitgeverij Dupuis in Marcinelle meermaals uit! Cauvin’s faam als gedreven scenarist groeit en veel tekenaars doen dan ook een beroep op zijn creatieve geest.
Zo begint een ware successenreeks... met Berck ("Sammy" en "Lowietje"), Mazel ("Cara en Calebas", daarna "Ramtamtam en Kierikieli" en "De paparazzi"), Macherot
("Minnolt"), Walthéry ("De ouwe blauwe), Counhaye ("Schipbreukelingen uit de ruimte"), Lambil ("Arme Lampil"), Kox ("Agent 212"), Sandron ("Slemper en Slof"), Bercovici ("Ongelukkige liefdes"), Nic Broca ("Robbedoes en Kwabbernoot"), Carpentier ("De Rioolkoninkjes"), etc. Daarnaast schrijft hij scenario's voor de personages uit tekenfilms van het huis ("Musti", "Tip en Tap", "De Pili's") en daarvan afgeleide producten.
Raoul Cauvin blinkt uit in het humoristische avontuur en in alle vormen van de visuele gag. In de jaren tachtig hanteert hij vaak de zwarte humor en de waanzinnige parodie. Zo wil zijn nieuwe golf tekenaars het: Bercovici ("Vrouwen in "t wit"), Hardy ("G. Raf Zerk"), Glem ("De gieren"), Laudec ("Cédric" en "Taxi-girl"), Malik ("Cupido"), Bédu ("De psy"), Carpentier ("Het jaar van het bier", en vervolgens "Sjaak, tussen pot en pint"), Jean-Pol (die "Sammy" overneemt nadat Berck met pensioen is gegaan).
Cauvin is een succes-story op zich: zelden mislukt er iets. Zijn verbeelding, de kwaliteit van zijn dialogen en de vakkundige pagina-indelingen die hij kant en klaar aflevert bij zijn auteurs vormen een ware goudmijn. Zijn naam staat voor het grote publiek garant voor een prettig leesbaar album met voor ieder wat wils. Het is dan ook met de nodige trots dat vzw Arcadia in 2003 het album ‘Wagens in de steppe’ van de hand van diezelfde Cauvin aan de striplezer mocht voorstellen!