Jean-Claude Servais, geboren op 22 september 1956, studeert van 1974 tot 1976 Grafische Kunsten aan het Sint Lucas Instituut te Luik. Vanaf 1975 publiceert hij onder het pseudoniem Jicé zijn eerste tekeningen in de rubriek ‘carte blanche’ van het stripblad Spirou. Deze worden gevolgd door drie afleveringen van ‘Ronny Jackson’, naar een scenario van Jean-Marie Brouyère. In 1977 werkt hij nog steeds voor Robbedoes aan twee ‘Verhalen van oom Wim’ (ditmaal onder de naam Gil Verse en naar een scenario van Octave Joly). Nog datzelfde jaar begint Jean-Claude Servais te werken voor het stripblad Kuifje. Hij tekent er een serie van authentieke historische verhalen naar scenario's van Michel de Bom en Yves Duval. Deze verhalen vinden in 2012 onderdak in de Arcadia Archief-reeks, onder de noemer ‘Fantastische verhalen – De engel Gab-Rhyel’.
In 1980 start Servais een serie verhalen rond het thema van magie en hekserij die in 1982 hernomen werden in het album ‘De toverkol’/ ‘Dagboek van een bos’, uitgegeven bij Lombard. Voor het stripblad Kuifje tekent hij in 1983 de serie ‘Isabelle’
Eind jaren zeventig ontmoet hij Gérard Dewamme met wie hij de serie ‘Bosliefje’ opzet. Een serie die vanaf 1979 verschijnt in het maandblad Wordt Vervolgd en in album-vorm bij Casterman.
Servais tekent op realistische wijze en geeft in zijn verhalen een belangrijke plaats aan de natuur van zijn regio, de Gaume. De uit Ardennenhout gesneden Jean-Claude Servais weet de geuren en kleuren, de verschillende soorten licht, de langzaam optrekkende mist, de late lentes en aanslepende winters van zijn geboortestreek uitstekend te vatten en weer te geven.
Staaltjes van zijn kunnen en zijn passie voor zijn streek zijn ondermeer terug te vinden in de Vrije Vlucht-reeks van uitgeverij Dupuis. De eerste kiemen van al dit fraais kan de lezer zelf ontdekken in de Arcadia Archief-reeks, onder de noemer ‘Fantastische verhalen – De engel Gab-Rhyel’; Servais’ kunstzinnige tekenwerk in een jeugdige gedaante gevat!